Utrechtse advocatenkantoren presenteren wervingsvideo JY in Utrecht

Een flitsende video op internet toonde aan hoe interessant Utrecht is voor jonge advocaten. Was het bedoeld om de Zuidas af te troeven?

© Michel Knapen

De Telegraaf had op 17 november de conclusie snel getrokken: er is een concurrentieslag gaande tussen de advocatenkantoren op de Zuidas en die in Utrecht. Dat beeld zou de video JY in Utrecht tenminste oproepen, een promotiefilmpje dat speciaal voor het Jonge Balie congres 2017 werd gemaakt.
In de video van ruim drie minuten zien we een jonge advocaat – het is Juliette Wareman, voorzitter van de Vereniging De Jonge Balie Midden-Nederland – steeds op de rug gefilmd. In een razendsnelle montage doorlopen we haar dag: het opstaan, naar het werk fietsen, de toga aan en aan het eind van de dag: hockeyen, de schouwburg, het café en uiteindelijk ploft ze neer op haar bed. De boodschap: Utrecht hééft het, in Utrecht moet je als jonge advocaat zijn. Of zoals Janina Maduro van het Utrechtse kantoor Bosselaar & Strengers in het filmpje zegt: ‘Na een dag hard werken kun je binnen vijf minuten cultureel genieten in de stadsschouwburg of een van de filmhuizen.’
Else Loes Pasma van Wijn & Stael voegt daar aan toe: ‘Werken in Utrecht betekent verbondenheid met elkaar, topkwaliteit leveren, altijd met oog van de menselijke maat.’ En Anne Koopman (De Advocaten van Van Riet) zegt: ‘Werken in Utrecht betekent met plezier presteren op hoog niveau in een zakelijke omgeving.’ De video was eind december ruim tweeduizend keer via YouTube gedeeld.
De Telegraaf haalde er ook iets anders uit: op de Zuidas moet je níet zijn. Utrecht is leuker, gezelliger en je werkt er als jurist op een vergelijkbaar niveau. Het filmpje zou dát moeten uitstralen. Reden dat zes grote Utrechtse advocatenkantoren – De Advocaten van Van Riet, Bosselaar & Strengers, CMS, Wijn & Stael, Van Diepen Van der Kroef en Van Benthem & Keulen (waar Juliette Wareman in dienst is) eraan meewerkten.
Maar dat ‘Utrechtse advocaten strijden tegen de Zuidas’, dat steekt de kantoren. Zó was het niet bedoeld. Drie kantoren hebben dan ook weinig zin meer om uit te leggen wat wél de bedoeling was. Partner Wouter van Galen van De advocaten van Van Riet heeft er niets aan toe te voegen, laat hij weten. Bij Bosselaar & Strengers vinden ze dat een ander kantoor beter een reactie kan geven. Bij Van Diepen Van der Kroef is Camiel Beijen – die enkele seconden met naam en toenaam in het filmpje figureert met de uitspraak ‘Utrecht is net als de Dom: uitstijgen boven de rest’ – zelfs absoluut niet blij dat hierover wordt gebeld. Het enorme enthousiasme dat het filmpje uitstraalt, lijkt zo al snel verdampt.

Innovatieleider
Echter niet bij iedereen. Johan Koggink, directeur van Van Benthem & Keulen licht de achtergronden van de video graag toe. ‘Tijdens het Jonge Balie-congres in Utrecht – het is dan goede gewoonte dat kantoren zich afzonderlijk presenteren – kwam de vraag op: wat hebben we als Utrechtse kantoren eigenlijk gemeenschappelijk? We waren er toen snel uit: we moeten Utrecht sámen op de kaart zetten. De aantrekkelijkheid ervan tonen.’ Kogginks marketing manager Murk Vlietstra bedacht vervolgens het filmpje.
Vlietstra benaderde vijf advocatenkantoren in Utrecht die qua schaal en soort dienstverlening (de zakelijke markt) overeenkomen met Van Benthem & Keulen, en die daarmee tot de grootste van Utrecht behoren.
Het filmpje dat daaruit voortkomt, is een succes. Koggink zegt ‘enorm verrast’ te zijn door het aantal clicks dat de video op internet heeft opgeleverd.
Veel mensen weten niet, zegt Koggink, dat de Europese Commissie de afgelopen jaren Utrecht twee keer heeft uitgeroepen tot de meest krachtige economische regio. ‘Van Europa wel te verstaan, dus vóór Amsterdam. In 2017 eindigde Utrecht op de tweede plaats, na Londen. Dat beeld moesten we zien uit te dragen.’ Economisch krachtig wil in dit verband onder meer zeggen: innovatieleider en het hoogste percentage hoogopgeleiden vergeleken met andere steden en het laagste percentage laagopgeleiden. Koggink somt de sterke kanten van Utrecht op: ‘Het Utrecht Law College is er gevestigd, voor ambitieuze en excellente rechtenstudenten. Grote bedrijven als Nutricia en Bol.com zitten er, er is een life science park met veel aandacht voor biotech en health care, er is een bloeiende gaming industrie.’

Zuidas
Utrecht-promotie is één ding. De video is ook een recruitment-filmpje. Net als elders hebben de Utrechtse kantoren vacatures. Van Benthem & Keulen zoekt eind december zeven advocaten. Van Diepen Van der Kroef ook. Bij de andere kantoren die achter het filmpje staan zoeken ze ook mensen: van advocaat-stagiairs tot medewerkers, van student-stagiairs tot ondersteunend personeel.
De roep van de Zuidas is bij deze mensen vaak sterk. Daar zitten kantoren van naam, partners van naam, de uitstraling is internationaal, daar wordt het grote geld verdiend. Utrecht is daarentegen een leuke studentenstad, maar de provincie begint er ook. Koggink: ‘We willen met de video laten zien dat Utrecht een aantrekkelijke stad is, een sterke bedrijvigheid kent én daardoor een alternatief voor onder andere de Zuidas vormt. Er is een schaarste aan talent. Je moet bij pas afgestudeerde juristen en jonge advocaten goed in beeld zijn. Dan moet je iets van de stad laten zien, maar ook hoe je als kantoor werkt. Ik kan niet spreken voor de andere vijf Utrechtse kantoren die hebben meegedaan, maar als je ons kantoor wilt vergelijken met de Zuidas-kantoren, zie je toch wel verschillen.’
Utrecht, zegt Koggink, is de uitdager: wij willen terrein veroveren. ‘Daarvoor hebben we enkele sterke troeven. Hier kun je snel zelfstandig werken, je krijgt een eigen zaak, een dossier van A tot Z en dan kun je zelf aan de slag. Er is zeker begeleiding maar er is veel ruimte voor eigen initiatief. We bieden een goede work-life-balance – het klinkt obligaat maar hier is het écht zo. Bij ons kantoor werken twee mensen aan hun proefschrift. Ik wil maar zeggen: we maken ruimte voor ontwikkeling, ook al gaat dat ten koste van uren die mensen in zaken kunnen steken.’
Internationaal zijn de Utrechtse kantoren ook, op hun manier. Zo is Bosselaar & Strengers aangesloten bij Multilaw, een internationale associatie van ruim tachtig onafhankelijke advocatenkantoren in honderd landen. Advocaten van Van Riet is aangesloten bij Consulegis, een wereldwijd netwerk van ruim veertig advocatenkantoren. Ook de praktijk van Van Benthem & Keulen wordt internationaler. Het kantoor sloot in 2017 een samenwerkingsovereenkomst met de advocatenkantoren Mills & Reeve (Verenigd Koninkrijk), Graf von Westphalen (Duitsland) en met Fidal, het grootste advocatenkantoor van Frankrijk. Van Benthem & Keulen maakt verder deel uit van SCG Legal, een netwerk van 148 advocatenkantoren in 82 landen. CMS zit al in 42 landen en heeft naast de vestiging in Utrecht (39 advocaten, fiscalisten en notarissen) een grotere vestiging aan de Zuidas (112 juridische professionals).

Knipoog
Dat laatste is voor Willem Hoorneman, managing partner van CMS, de reden om zich ‘verre te houden’ van de suggestie dat er een strijd zou zijn losgebranden tussen de Zuidas en Utrecht. ‘Aan de Zuidas zijn we groter, maar juist omdat we ook prominent in Utrecht zitten, wilden we met de video meedoen. Met een knipoog laten zien dat Utrecht gewoon een mooie stad is.’
Natuurlijk is er enige concurrentie met de Zuidas. ‘Amsterdam heeft een ongelooflijke aantrekkingskracht. Begrijpelijk, het ís ook mooi om er te wonen en werken. Maar omdat we er zelf zitten, zetten wij ons niet af tegen de Zuidas.’
Voor Hoorneman is het filmpje niet meer dan die knipoog. ‘We hebben in Utrecht een vacature voor een advocaat voor de insolventie- en ondernemingsrechtpraktijk. Maar van het filmpje verwacht ik weinig, dat zal niet het grote verschil maken.’
Een vervolg op de video komt er niet, zeggen Koggink en Hoorneman. Koggink: ‘Deze actie was eenmalig, er zijn geen verdere plannen voor samenwerking. Een presentatie voor studenten van je kantoor op je kantoor is toch het meest effectief.’

Gepubliceerd in: Advocatenblad 1, 2018.

De advocaat van de toekomst

Veel pas afgestudeerde juristen, minder jobs in de advocatuur. Is het kommer en kwel voor banenzoekers? Niet voor wie klaar is voor de advocatuur van de toekomst, waar sociale vaardigheden misschien wel belangrijker zijn dan juridische kennis. Gelukzoekers hebben de kantoren niet nodig, wel zij die bewust kiezen voor de advocatuur.

© Michel Knapen

Misschien heeft de beste kandidaat voor vacatures voor advocaat-stagiaires wel psychologie gestudeerd, of theologie. Of wat anders in de sociale wetenschappen. Want als er iets de laatste jaren is veranderd, en als er één verandering is die echt zal doorzetten, is het wel deze: niet de juridische kennis alléén is belangrijk, maar steeds meer ook vaardigheden als omgaan met mensen, vertrouwen wekken, empathie tonen en binden. Alles wat studenten niet leren van professoren in het recht.
Luister maar naar het Rotterdamse kantoor De Bok Roijers Gasseling, met negentien advocaten en twee vacatures. ‘Advocaat is een sociaal beroep’, zegt partner Jacques Roijers. ‘Sociale vaardigheden zijn dus van groot belang.’
Of luister naar Van Iersel Luchtman Advocaten (Breda/Den Bosch/Uden), met 45 advocaten en drie vacatures. Daar is Sylvia Paul als secretaris van het dagelijks bestuur belast met personeelswerving: ‘Je bent als advocaat bezig met je vak én met klanten. Dat laatste wordt belangrijker.’
Of luister naar PlasBossinade (Groningen), met 31 advocaten in dienst. Twee vacatures hebben ze, voor ándere type starters dan voorheen. ‘De markt wás ooit vanzelfsprekend’, zegt HR-manager Marianne Riemersma. ‘Was je een goed jurist, dan kwamen de klanten vanzelf en dan bleven ze trouw. Maar klanten stellen tegenwoordig andere eisen. Ze zijn kritischer. De toegevoegde waarde van een advocaat moet nu veel duidelijker blijken.’
Jongeren die deze toegevoegde waarde in hun bagage hebben, maken kansen in de advocatuur. Meer dan ooit zullen pas afgestudeerden moeten aantonen dat ze naast de studie actief zijn geweest. ‘Juridische kennis wordt voorondersteld, en is overigens overal – ook op het internet – beschikbaar’, zegt Erwin Bouwman, directeur van searchbureau Legal People. ‘Persoonlijke kwaliteiten worden belangrijker: kunnen luisteren, meepraten en meedenken met directies, flexibel zijn, beschikken over aanpassingsvermogen.’ Studenten moeten dit zelf aanleren.
Bouwman: ‘Kantoren zullen minder gaan letten op studieresultaten, want cijfers bieden slechts een schijnzekerheid. Studenten zullen meer naast hun studie moeten doen om die vaardigheden te ontwikkelen.’ Dat geldt volgens Bouwman ook voor advocaat-medewerkers. ‘Er zijn voor hen voldoende trainingen en seminars waar je dergelijke vaardigheden kunt leren. Ik bezoek ze vaak, maar advocaten kom ik daar nooit tegen.’

Teamplayer
Omdat de markt andere eisen stelt aan advocaten, stellen kantoren andere eisen aan advocaat-stagiaires. Riemersma (PlasBossinade): ‘Klanten praten steeds liever met een partner. Stagiaires zullen minder snel zelfstandig aan het werk kunnen, ze zijn meer ondersteunend dan voorheen. Ook daarop selecteren we.’ Ook zij wist op het belang van de ‘persoonlijkheid’: klanten vinden en binden, de druk van het werk aankunnen, ondernemend en communicatief zijn, jezelf kunnen presenteren. ‘Die vaardigheden worden steeds belangrijker, en zouden eigenlijk op de universiteit aan bod moeten komen.’
Dus, aanstaande meesters: word lid van een juridisch dispuut, bestuur een studievereniging, werk voor de rechtswinkel, ga in een commissie zitten, studeer eens in het buitenland, is de boodschap van de kantoren. Het zwaartepunt verschuift van legal naar people, parafraseert Erwin Bouwman de naam van zijn bureau. Dat wás al zo, maar nu is dat laatste nog belangrijker. ‘Met nevenfuncties toon je aan dat je jezelf breder hebt ontwikkeld dan alleen juridisch inhoudelijk, en dat is belangrijk voor een start in de advocatuur’, zegt Robin Funnekotter, hoofd recruitment en opleidingen van Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn (Den Haag, 139 advocaten). Hij heeft gemerkt dat de cv’s van sollicitanten uitgebreider aan het worden zijn, dus ze passen zich al aan aan de strengere selectievoorwaarden. ‘Goede cijfers worden verondersteld. Daarnaast zijn inlevingsvermogen en social skills erg belangrijk, voor onder meer relatiemanagement en acquisitie. Kun je je goed verplaatsen in de business van onze cliënten en de markt waarin zij opereren?’ Zo denkt ook het middelgrote kantoor De Bok Roijers Gasseling erover. ‘Cijfers zijn niet zaligmakend, studieduur ook niet’, zegt Jacques Roijers. ‘Als je een keer een wat lager cijfer heb gehaald omdat je naast je studie actief bent geweest, het zij zo.’ Maar studenten met alleen maar zesjes maken óók weer weinig kans. Vakinhoudelijke kwaliteit blijft immers ook een basisvereiste.’

Inzetbaar
Wat Remco Abeln, partner van recruitmentbureau IS Legal, opvalt, is dat zowel studenten als ervaren juristen zich vaak niet goed verdiepen in de verschillen tussen de kantoren of de activiteiten van een bedrijf. ‘Door goed te onderzoeken wat voor een kantoor het is waar je solliciteert, vergroot je je kansen.’ Tijdens je studie begint het oriëntatieproces. Wat je ook kiest: je moet je onderscheiden ten opzichte van de andere sollicitanten. Dit kan je doen door aan te geven wat je zo aanspreekt bij het kantoor waar je solliciteert. Wil je als advocaat werken op een bepaalde sectie, dan moet je méér hebben gedaan dan alleen dat keuzevak te hebben gevolgd. Als je aantoonbaar de vak- of jurisprudentiebladen bijhoudt, maak je meer kans om te worden aangenomen.’
Maar niet altijd vanaf het begin. Bij PlasBossinade werden tot voor kort stagiaire aangenomen voor een bepaalde sectie. HR-manager Riemersma: ‘Wie was afgestudeerd in het ondernemingsrecht, kwam terecht bij de sectie ondernemingsrecht. Tegenwoordig kijken we breder. Stagiaires worden geacht overal inzetbaar te zijn. Is het op een sectie eens wat minder druk, dan kunnen ze veel gemakkelijker overstappen. Uit eerste reacties van kandidaten op vacatures blijkt dat dat goed valt.’

Generatie Z
Dat kantoren tegenwoordig andere eisen stellen aan jonge juristen, komt niet alleen door de slechtere arbeidsmarkt. Bouwman (Legal People) ziet een ‘polarisatie’ tussen de grote kantoren, ‘die aantrekkingskracht blijven uitoefenen’, de nichekantoren en accountantskantoren. ‘Het lijkt erop dat pas afgestudeerden, en ook oudere advocaten die willen overstappen, de keuze uit die drie typen kantoren hebben. De grote accountantskantoren bieden steeds meer juridische diensten aan, en nemen steeds meer juristen op. Dat kan aantrekkelijk zijn, omdat de teams veel meer multidisciplinair zijn dan bij een advocatenkantoor.’ Maar ook het bedrijfsleven zal meer eigen juristen gaan aannemen, zegt Bouwman, om de kosten te drukken. ‘Daar ontstaan grotere juridische afdelingen.’ Voor advocatenkantoren is het de uitdaging de juiste kandidaat te vinden, zonder afbreuk te doen aan de strengere selectiecriteria.
Ook al kunnen juristen, zegt Bouwman, in de toekomst op veel meer plaatsen terecht, toch zijn er relatief weinig posities voor starters. ‘Die zitten vooral in de advocatuur en bij de rechtsbijstandsverzekeraars. Je zult zien dat de advocatuur wordt gebruikt als opleidingsplaats voor bedrijfsjuristen: je leert het vak op een advocatenkantoor en daarna stap je over naar het bedrijfsleven. De advocatuur als een soort postdoctorale opleiding.’
Deze ontwikkelingen hebben, aldus Bouwman, alles te maken met het feit dat er een nieuwe generatie aankomt. ‘Jonge mensen kiezen bewust voor ontwikkeling, voor creativiteit, voor de work-life balance.’ Van hun zijde spelen advocatenkantoren daarop in.
Zoals Pels Rijcken, waar het aantal vacatures sinds vorig jaar enorm toeneemt. Funnekotter zegt te merken dat starters graag kiezen voor de grote kantoren, maar die zijn niet allemaal hetzelfde. ‘Wij zijn een top-tien kantoor met een unieke (proces-)praktijk. De sfeer is informeel en gericht op persoonlijke ontwikkeling, met oog voor een gezonde work-life balance. Dat spreekt aan.’
Sylvia Paul (Van Iersel Luchtman Advocaten) merkt een omgekeerde trend: studenten die op een groot kantoor stage hebben gelopen, willen liever komen werken op een middelgroot regiokantoor. Bijna dagelijks krijgt ze open sollicitaties met die strekking. ‘De huidige Z-generatie wil ook tijd voor zichzelf, en streeft niet altijd naar het partnerschap. Ze willen wel snel zelfstandig mooie zaken doen. Dat is precies wat middelgrote kantoren bieden.’

Koffie halen
Zo lijkt er voor iedere rechtenstudent een mooie toekomst: kansen liggen bij de grote kantoren én bij de middelgrote. Wie alleen in de studieboeken heeft gezeten krijgt het wat moeilijker, voor wie actief is geweest zijn er volop mogelijkheden. Specialist vinden snel een baan, maar ook voor generalisten is er nog plaats.
Volgens Julius Scholten, partner bij Law4ce en oprichter van Maatwerkcontact – een bureau voor juridisch relatiemanagement – liggen de beste kansen toch bij de kleinere kantoren. ‘Vroeger kwamen alleen de big five op de banenbeurzen op de universiteit en bij die topkantoren wilde je werken. Een regiokantoor met een algemene praktijk was te min. Nu lopen vooral de kleine kantoren voorop met échte vernieuwingen. Die werken met kernwaarden als ondernemerschap, vertrouwen en sociale innovatie. Dat trekt aan. Als jong jurist moet je wel je eisenpakket aanpassen. Je krijgt sneller verantwoordelijkheid, maar je zult misschien ook naar de supermarkt moeten om de koffie te halen.’
Scholten rekent erop dat de echte kansen vooral in de nichekantoren komen te liggen. ‘Dat worden steeds meer superniches. Verder ontstaan er slimme samenwerkingsverbanden: in een pand zit naast het advocatenkantoor ook een mediationbedrijf en een consultancybureau. Maar om in de advocatuur van de toekomst te werken heb je andere competenties nodig. De Orde zou erop moeten hameren dat ook die belangrijk zijn, dat die zelfs meerwaarde hebben boven het strikt juridische. Met deze competenties moeten jonge juristen echte gesprekspartners worden, waar vertrouwen tussen advocaat en klant voorop staat. Dat bieden vooral de kleinere kantoren.’
Hebben jonge juristen met ambities in de advocatuur de juiste sociale vaardigheden, dan hoeven ze vooralsnog niet bang te zijn dat psychologen of sociologen hun baantjes inpikken.

Kies bewust
Voor wie een goede kans wil maken op een sollicitatiegesprek, kan zelfs een mooi cv onvoldoende zijn. De keuze voor de advocatuur moet bewust zijn. Jonge meesters die op iedere juridische vacature – bij het bedrijfsleven, de overheid, consultantbureaus, rechtsbijstandsverzekeraars en advocatenkantoren – met een standaardbrief solliciteren, vallen door de mand.
Dat ‘bewust kiezen’ moet dan al op de universiteit beginnen, en veel rechtenstudenten weten dat in de bachelorfase nog niet. Daarom vindt Remco Abeln van IS Legal dat advocatenkantoren zich ook zouden moeten openstellen voor bachelorstudenten. ‘Nu zeggen veel studenten: een advocatenkantoor lijkt me leuk, zonder te weten wat het inhoudt. Als ze een kantoor van binnen hebben meegemaakt, weten ze eerder of dat wat voor hen is. Maar ook masterstudenten zouden zich veel beter op een kantoor kunnen oriënteren. Ga er eens heen, drink eens een kop koffie met een advocaat, onderzoek hoe een werkdag eruit ziet, toon écht je interesse in dat kantoor.’
‘Weten wat je te wachten staat’, zegt ook advocaat Jacques Roijers (De Bok Roijers Gasseling), is belangrijk als je solliciteert. Kandidaten die een studentstage op een kantoor hebben gelopen, hebben bij hem een streepje voor. Sylvia Paul (Van Iersel Luchtman Advocaten), zegt het zo: ‘We kijken naar je motivatie: waarom heb je bewust voor ons gekozen.’
Zeker de regiokantoren willen niet dienen als afvoerputje van de grote kantoren: slaag je niet op de Zuid-as, dan in godsnaam maar bij een middelgroot kantoor in het land – die mentaliteit wordt afgestraft.

Gepubliceerd in: Advocatenblad 10, oktober 2014.