Niet ziek geworden in of door de dienst

Een Rotterdamse ambtenaar wordt gekort op haar salaris omdat zij arbeidsongeschikt is. Ten onrechte, vindt zij: haar afwezigheid is ontstaan ‘in en door de dienst’. Valt de werkgever iets te verwijten?

© Michel Knapen

Dat zij na een half jaar thuiszitten tien procent minder salaris krijgt, valt haar zwaar tegen. En in het half jaar daarna is het zelfs een kwart minder. Ze is dan wel arbeidsongeschikt, maar dat is volledig te wijten aan het werk dat ze moest doen, vindt de Rotterdamse ambtenaar Alieke Schiemond*. Zij begint bij de kantonrechter (rechtbank Rotterdam) een kort geding om – wat zij noemt – deze ‘loonkorting’ van tafel te krijgen.
Schiemond stelt dat zij arbeidsongeschikt is ‘in en door de dienst’. Op grond van de cao gemeenten 2023 heeft zij dan recht op volledige doorbetaling van het loon, dus waarom wordt zij gekort? Bij ‘arbeidsongeschiktheid in en door de dienst’ kan de werkgever worden verweten dat een werknemer is uitgevallen – zoals in haar situatie, aldus Schiemond. Maar die lat ligt hoog, stelt de kantonrechter: er moeten dan in het werk of in de werkomstandigheden buitensporige factoren aanwezig zijn die de arbeidsongeschiktheid hebben veroorzaakt. Dit moet ook worden ‘geobjectiveerd’: iedere ‘gemiddelde’ werknemer zou er arbeidsongeschikt van raken.
Die hoge lat wordt hier niet gehaald, oordeelt de kantonrechter. Wat Schiemond aandroeg waren geen ‘buitensporige omstandigheden’. Zij zat op het Project Ouder en Wijzer, klaagde na zes dagen dat het te zwaar was, kreeg medische en psychische klachten en meldde zich ziek. Zij verwijt haar werkgever dat die had moeten inzien dat dit van haar te veel zou eisen, maar dat kon haar leidinggevende niet weten. De gemeente reageerde begripvol op haar ziekte, zoals van een goed werkgever mag worden verwacht. Die haalde haar snel van dit project af en is in overleg met Schiemond gaan zoeken naar (re-integratie)mogelijkheden of andere werkzaamheden. Ook een nieuwe klus – ondersteuning van vier teammanagers – bleek voor Schiemond te veel. Weer ging de werkgever met haar in gesprek en zocht naar ander passend werk.
Vervolgens stelde de werkgever voor om via de bedrijfsarts een inzetbaarheidsprofiel te laten maken en een arbeidsdeskundig onderzoek te laten uitvoeren. De kantonrechter vindt dat niet onredelijk. In plaats van daaraan mee te werken verweet Schiemond haar werkgever dat deze aanstuurde om haar te laten afkeuren. Die mogelijkheid is wel door haar leidinggevende genoemd, maar dat is niet eens onlogisch – dat is geen ‘aansturen’. De werkgever is ook niet ‘over haar heen gelopen’ zoals Schiemond beweert: zij noemt zichzelf introvert en durft eigenlijk geen nee te zeggen, maar uit de stukken blijkt juist dat Schiemond heel goed haar grenzen wist aan te bewaken. Tot slot beweert Schiemond dat zij is gepest, nu zij binnen korte tijd drie keer een min of meer dezelfde beterschapskaart kreeg. Dat is helaas een miscommunicatie binnen de ambtelijke dienst, vindt de kantonrechter.
Die neemt best aan dat Schiemond niet lekker in haar vel zat, psychische klachten had en zich de gang van zaken erg aantrok. Wellicht zag zij daarom veel van wat haar werkgever zei en deed in een negatief daglicht. Maar er kan niet worden geconcludeerd dat de arbeidsongeschiktheid ‘in en door de dienst’ is ontstaan, buitensporige werkomstandigheden zij niet aangetoond. Daarom heeft Schiemond geen recht op volledige betaling tijdens ziekte. De kantonrechter wijst haar ‘loonvordering’ af.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:RBROT:2023:12081

Gepubliceerd in: Binnenlands Bestuur 8, 26 april 2024

Ook ambtenaar komt passief kiesrecht toe

Een ambtenaar wilde zich verkiesbaar stellen voor een lokale politieke partij die de ontmanteling van de dienst, waar deze ambtenaar werkte, in haar verkiezingsprogramma had staan. Pleegde zij daarmee wanprestatie?

© Michel Knapen

In de vorige aflevering van deze rubriek maakten we kennis met Jozina Kerke*, ambtenaar bij een publiekrechtelijk samenwerkingsverband op Walcheren. Deze organisatie voert als openbaar lichaam voor Middelburg, Veere en Vlissingen onder meer de Participatiewet, de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening en het Minimabeleid uit. Kerke kwam in conflict met haar werkgever omdat ze wel erg stevige taal gebruikte in haar privétweets. De werkgever wilde de arbeidsovereenkomst ontbinden, de kantonrechter wees dat af.
Er was nóg een akkefietje met Kerke. Haar arbeidsovereenkomst kent een nevenwerkzaamhedenbeding. Elders klussen of werk verrichten is in principe toegestaan, als dit maar tijdig wordt gemeld en als de werkgever daarvoor toestemming verleent. Kerke is bezig een eigen lokale politieke partij op te richten én ze heeft zich voor de gemeenteraadsverkiezingen (maart 2022) kandidaat gesteld voor de raad. Dat had ze niet schriftelijk gemeld aan haar leidinggevende voordat ze zich verkiesbaar stelde. Omdat dit in strijd is met de arbeidsovereenkomst (wanprestatie), zijn die werkzaamheden niet toegestaan. De werkgever wil dat Kerke hiermee direct stopt – anders volgt mogelijk ontslag op staande voet. Wat ook meespeelt is dat Kerke’s partij het publiekrechtelijk samenwerkingsverband wil ontmantelen en eigenstandige sociale diensten en sociale werkplaatsen heroprichten. Uiteindelijk wordt zij niet verkozen tot gemeenteraadslid.
Vanwege de wanprestatie stapt de werkgever naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Zo’n verzoek zal de kantonrechter alleen toewijzen als sprake is van een ernstige tekortkoming, dus eigenlijk als er een ‘dringende reden’ is om Kerke de laan uit te sturen.
Dat Kerke haar kandidatuur had moeten melden voordat deze definitief was, volgt uit de arbeidsovereenkomst en de gedragscode, maar staat ook in de Ambtenarenwet: een ambtenaar moet opgave doen van de nevenwerkzaamheden die hij verricht of van plan is te gaan verrichten, en die de belangen van de dienst – voor zover deze in verband staan met zijn functievervulling – kunnen raken. Maar dat Kerke haar kandidatuur niet (tijdig) heeft gemeld, betekent niet dat deze ontoelaatbaar is. De werkgever kan niet stellen dat Kerke zich niet voor een politieke partij verkiesbaar had mogen stellen of dat toestemming kon worden geweigerd vanwege de inhoud van het verkiezingsprogramma. Ook ambtenaren komt het passief kiesrecht toe.
Dat Kerke zich voor deze politieke partij verkiesbaar had gesteld, stond een goede vervulling van haar functie en het goed functioneren van de dienst niet in de weg. Dat de partij ervoor pleit dat de uitvoering van de sociale wetgeving op Walcheren (weer) bij de gemeenten zelf komt te liggen, is ook niet strijdig met de doelstelling van haar werkgever: het bestaan en de instandhouding van dit openbaar lichaam is geen doel op zich. Bovendien had Kerke zich bereid verklaard om, als zij zou worden verkozen, met haar werkgever nadere afspraken te maken. De aankondiging haar op staande voet te ontslaan als zij haar kandidatuur voor de partij zou voortzetten, getuigt niet van goed (overheids)werkgeverschap.
Kortom, oordeelt de kantonrechter: Kerke heeft met haar kandidaatstelling niet verwijtbaar gehandeld. Ze was te laat om haar kandidaatstelling (tijdig) te melden, maar de werkgever zat fout door te snel te dreigen met ontslag. Er is geen sprake van ernstige wanprestatie van Kerke, de arbeidsovereenkomst wordt niet ontbonden.

* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:RBZWB:2022:8644
Gepubliceerd in: Binnenlands Bestuur 7, 12 april 2024.

‘Gezicht van de overheid’ moet oppassen met uitlatingen op X

De tweets van een ambtenaar op Walcheren waren smakeloos en grof. De werkgever wil de arbeidsovereenkomst ontbinden. Hoever reikt de vrijheid van meningsuiting van ambtenaren?

© Michel Knapen

De gemeenteraad hier? Achterkamertjespolitiek! Uw belastinggeld? Dat gaat naar Afghanistan. Het coronabeleid? Eén grote corrupte bende, totalitaire controlestaat en ‘verzet u tegen het regime’. Jozina Kerke*, werkzaam bij een publiekrechtelijk samenwerkingsverband op Walcheren als ambtenaar Wet Sociale Werkvoorziening, spreekt van ‘humor’ als zij door haar leidinggevenden wordt aangesproken op haar tweets.
De teamleider kan er niet om lachen en wijst Kerke erop dat ze een publieke functie heeft en daarom rekening moet houden met haar uitingen op X (voorheen: Twitter). Ook klanten of samenwerkingspartners kunnen dit lezen. Na een eerste klacht over haar tweets krijgt Kerke een schriftelijke waarschuwing omdat zij de gedragscode heeft geschonden. Het ontbreekt haar aan goed ambtenaarschap en goed werknemerschap. Vervolgens zegt zij haar X-account op (beweert zij) maar gaat via een ander account gewoon door. Na een schorsing van twee weken stuurt de werkgever aan op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Niet alleen door haar sociale-media-gedrag, maar ook omdat zij zich zonder toestemming verkiesbaar heeft gesteld voor de gemeenteraad – die laatste kwestie komt in de volgende editie van deze rubriek aan de orde.
De werkgever stelt dat Kerke zich ernstig verwijtbaar heeft gedragen omdat zij als ambtenaar en ‘gezicht van de overheid’, ondanks meerdere waarschuwingen en gedurende een lange periode, grensoverschrijdende berichten op X heeft gepost. Ook heeft zij gelogen over haar X-account. Ze functioneert overigens naar tevredenheid.
De kantonrechter (rechtbank Zeeland-West-Brabant) stelt voorop dat een goed ambtenaar zich dient te onthouden van het openbaren van gedachten of gevoelens, als daarmee de goede vervulling van zijn functie of het goed functioneren van de werkgever niet in redelijkheid is verzekerd. Maar ook ambtenaren hebben vrijheid van meningsuiting. Een beperking daarvan moet niet verder gaan dan strikt noodzakelijk voor het goed functioneren van de openbare dienst. De kantonrechter noemt enkele wegingsfactoren: de afstand tussen de functie van de ambtenaar en het beleidsterrein waarover de uitlatingen zijn gedaan, de politieke gevoeligheid van de materie, het tijdstip en de wijze waarop de uitspraken worden gedaan, of voorzienbaar was dat de uitspraken tot schade zouden lijden en de ernst en duur van de door de uitspraken ontstane problemen. Dit laatste moet niet te snel worden aangenomen: in een democratische samenleving moet de openbare dienst in staat zijn de spanningen en complicaties als gevolg van de uitoefening van grondrechten door de ambtenaren te kunnen verdragen.
De meeste tweets waren niet van dien aard dat er serieuze grenzen zijn overtreden. Tweets gingen ook niet over beleids- of uitvoeringskwesties van de werkgever maar over het landelijk coronabeleid. Door de tweets zijn geen problemen ontstaan voor de dienstvervulling van Kerke of het functioneren van de werkgever. Daarom was de formele waarschuwing niet nodig geweest, aldus de kantonrechter. Beter was het om nader beleid op te stellen en werknemers daarover duidelijkheid te verschaffen. Kerke kan wel worden verweten dat zij niet open was over haar X-account: ze is daar gewoon mee doorgegaan. Maar omdat ook de werkgever steken heeft laten vallen (te snel die waarschuwing) wordt de arbeidsovereenkomst niet ontbonden, oordeelt de kantonrechter (uitspraak 14 juni 2022 maar pas gepubliceerd op 1 maart 2024). Ook niet nu er sprake is van een verstoorde werkverhouding: beide partijen hebben daar schuld aan. Bovendien heeft Kerke beloofd zich te onthouden van grof taalgebruik op X.

* De naam is gefingeerd.

ECLI:NL:RBZWB:2022:8644

Gepubliceerd in: Binnenlands Bestuur 6, 29 maart 2024.