Optelsom van factoren is genoeg voor afscheid

Echt verwijtbaar had deze ambtenaar niet gehandeld, en de arbeidsrelatie was ook al niet enorm verstoord. Waarom kon zijn werkgever toch de arbeidsovereenkomst ontbinden?

© Michel Knapen

Zijn leidinggevende is er niet blij mee als het Centraal Justitieel Incassobureau beslag legt op het loon van Marco Lijnstra*, sinds een half jaar douaneambtenaar. Dat betreft dertien onbetaalde verkeersboetes (totaal € 5.638) voor te hard en onverzekerd rijden van auto’s die op zijn naam staan. Het gaat vast, vermoedt Lijnstra, om de vijf auto’s van zijn ouders die – door hun hoge leeftijd – op Lijnstra’s naam zijn gezet. Hij kende de boetes niet omdat zijn ouders zijn post behandelen, zegt hij. Later ontdekt zijn chef dat Lijnstra bij zijn indiensttreding ook nog eens een verkeerde woonplaats had opgegeven, en nu mogelijk verblijft in een appartement met een behoorlijk hoge huur. Die gaat twijfelen aan diens integriteit als douaneambtenaar, zeker nu er zestien onbetaalde boetes zijn bij gekomen. Een goede verklaring voor dit alles heeft Lijnstra niet, waarop de Staat een ontbindingsverzoek indient bij de rechtbank Rotterdam: wegens verwijtbaar handelen van Lijnstra, wegens een verstoorde arbeidsrelatie, en een combinatie daarvan.

De kantonrechter gelooft Lijnstra dat hij niet wist van de boetes en ook niet waarom de auto’s op zijn naam zijn gezet. Zijn ouders waren vergeten alles goed te regelen brachten hierdoor hun zoon in de problemen. Het is verder niet duidelijk welk adres Lijnstra tijdens zijn indiensttreding heeft opgeven en over zijn financiële situatie bleef hij ook wat vaag. Dat alles was niet handig, oordeelt de kantonrechter, maar daarmee kan niet worden gezegd dat Lijnstra zodanig verwijtbaar heeft gehandeld dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. Uiteindelijk heeft Lijnstra wel alle onduidelijkheden weggenomen. De arbeidsrelatie is door dit alles ook niet onherstelbaar verstoord. Het vertrouwen van de Staat in de werkrelatie met Lijnstra is zeker aangetast, maar ook dit is niet zodanig dat van de Staat in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.

Hoewel het verwijtbaar handelen en de verstoorde arbeidsverhouding op zichzelf onvoldoende zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, is de combinatie daarvan wel genoeg om afscheid te nemen. Lijnstra antwoordde, waarschijnlijk door onwetendheid of naïviteit, niet duidelijk op vragen van de Staat naar aanleiding van het loonbeslag en zijn woon- of verblijfplaats. Dat heeft niet alleen geleid tot gerede twijfels van de Staat over de financiële situatie van Lijnstra en zijn verblijfsituatie (hoe betaalt hij dat appartement?), maar ook tot zorgen over de beïnvloedbaarheid van Lijnstra van buitenaf. Zo gaf hij zijn DigiD-code af aan een ander voor het overschrijven van kentekens. Dat met die auto’s overtredingen werden begaan waar Lijnstra niets van wist, brengt toch een niet te aanvaarden integriteitsrisico met zich, oordeelt de kantonrechter (uitspraak 25 juli 2023). Dat weegt extra zwaar nu hij in de Rotterdamse haven containers scant op drugs.

De combinatie van verwijtbaar handelen en de verstoorde arbeidsrelatie is zodanig dat de Staat de arbeidsovereenkomst niet hoeft te continueren. Herplaatsing is geen optie omdat Lijnstra’s contract toch binnenkort afloopt. Ondanks de ernstige twijfels aan zijn integriteit heeft hij wel recht op een transitievergoeding (1.280 bruto), vindt de Staat – het is immers geen ernstig verwijtbaar gedrag. Dat bedrag krijgt hij. Hij krijgt geen billijke vergoeding omdat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet is te wijten aan ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

ECLI:NL:RBROT:2023:12067

* De naam is gefingeerd.

Gepubliceerd in: Binnenlands Bestuur 1, 19 januari 2024.

Bedrijfsjuristen in vier portretten

Hoe worden bedrijfsjuristen gezien en hoe kijken ze aan tegen hun eigen rol? Uit een onderzoek dat is uitgevoerd door het Nederlands Genootschap voor Bedrijfsjuristen blijkt dat ruim de helft van hen wordt gezien als een pragmatisch meedenker of als business partner binnen de organisatie. Ruim een op de drie ziet zichzelf als trusted advisor. Wel zijn er in twee jaar tijd kleine verschuivingen zichtbaar: iets meer bedrijfsjuristen zien zich als trusted advisor, iets minder als pragmatisch meedenker of als business partner. Daarnaast worden er nog drie rollen aan bedrijfsjuristen toegedicht: ze treden soms op als brandweerman (dat percentage lijkt te groeien), als ‘show stopper’ (dat lijkt wat af te nemen) en een enkeling wordt er als Tom Poes bij geroepen, want er moet een list worden verzonnen.

© Michel Knapen

‘Als jurist kun je heel flexibel zijn’

Celine Smeets (36)
Bedrijf: ICL Group
Functie: Head of Corporate & Regulatory Europe

“Ons bedrijf produceert en handelt in grondstoffen, zoals mineralen, voor landbouw, voeding en industrie. Ons hoofdkantoor zit in Israël, ik werk op het Europese hoofdkantoor. Bij ICL Group werken wereldwijd zo’n twaalfduizend mensen. We zijn een matrixorganisatie met meerdere business units. Legal heeft drie pijlers: corporate & regulatory, commercial contracting & dispute resolution en compliance. Bij Legal hebben we overzicht over alle units. De juristen werken zo in verschillende projectteams, met verschillende stakeholders. Per project kan je rol anders zijn.

Bijna zes jaar geleden ben ik hier als company secretary begonnen. Ik wilde na de advocatuur graag een meer generalistische rol, met meer invloed. Nu ben ik legal counsel corporate & regulatory, en houd ik me bezig met ondernemingsrecht, finance en EU-regelgeving.

Toen ik hier net begon, voelde ik me af en toe een brandweerman. Als voormalig advocaat heb je een heel dienstbare houding: je neemt veel werk op je, je wilt anderen ontzorgen, je bent ook heel gedetailleerd bezig en dat kost veel tijd. In die fase ken je ook je rol in de organisatie nog niet zo goed. Nu is dat anders: ik geef leiding aan twee medewerkers. Die hebben me werk uit handen genomen, waardoor ik me beter kan focussen op de grote lijnen.

Met onze general counsel hebben we op Europees en global niveau nagedacht over welke rollen we willen aannemen, maar ook welke zaken daarbij horen en welke niet. Dat geeft vertrouwen om ’nee’ te zeggen: iets hoort níet bij ons thuis. Die rollen zijn niet spontaan zo gegroeid maar daar is strategisch voor gekozen. Toen ik begon werd er bijvoorbeeld tegen ons gezegd: ’We hebben handtekeningen nodig op documenten’. Dat doe je dan vanuit je dienstbare houding. Later zeiden we: ’Dit is niet strikt juridisch, dat kunnen anderen ook’. Als ik nu een e-mail krijg, ga ik na of dit echt voor mij is of dat deze door een andere afdeling of externe serviceprovider kan worden opgepakt, eventueel met behulp van onze online trainingen of software. Zo hebben we onze rollen ingevuld. Dat geeft ook meer ruimte om de dingen te doen waar je echt goed in bent.

Afhankelijk van het project waarin ik werk en met wie kan ik een andere rol hebben. Als jurist kun je heel flexibel zijn. De drie rollen die het meest voorkomen zijn die van business partner, trusted advisor en facilitator. In die laatste rol moet je in het werk structuur aanbrengen, de kern samenvatten, projecten coördineren, mensen goed aansturen maar ook af en toe dienstbaar zijn, dus anderen ontzorgen. De bedrijfsjurist als business partner is ook een bewust onderdeel van onze strategie. Je wacht dan niet tot er werk op je afkomt maar trekt er actief op uit en neemt deel aan het volledige proces. Je moet veel van de eigen business weten, er dicht op zitten en praktisch meedenken. Zo win je vertrouwen en kun je ook beter adviseren én beïnvloeden.

Als trusted advisor ben je de specialist op je gebied maar je moet ook over bepaalde communicatieve vaardigheden beschikken en een vertrouwensband opbouwen. Je bent dan gelijkwaardig aan je business partners, in mijn geval de bestuurders, en handelt elk vanuit je eigen kracht. En ja, soms ben je de show stopper: het management heeft een leuk idee maar vanuit juridisch oogpunt is het onverstandig; dan trap je op de rem. Je moet het management met zo’n boodschap durven te confronteren, dat valt ook onder de rol van trusted advisor: mensen kunnen meekrijgen met een juridisch ‘nee’.

Daarnaast ben ik me aan het ontwikkelen om een steeds betere manager te worden. Ik geef leiding aan een klein team en ben zo ook strategisch manager en mensenmanager, dat vereist soft skills. Ik rapporteer zelf aan de general counsel, en mijn teamgenoten rapporteren aan mij. Ik ontzorg zo de general counsel, bijvoorbeeld door het voeren van beoordelingsgesprekken met de mensen in mijn team. Ik ben dan manager én coach voor mijn medewerkers.”

‘Juristen moeten hun rol ook durven pakken’

Douwe Groenevelt (43)
Bedrijf: ASML
Functie: Deputy General Counsel

“Ik maakte met ASML kennis toen ik werkzaam was als Resident Partner in het kantoor van De Brauw Blackstone Westbroek in Brussel, dat ik in 2011 heb opgezet. Toen ik in 2014 de overstap maakte naar ASML, hadden we tien bedrijfsjuristen, en een omzet van bijna 2 miljard. Nu is dat meer dan 20 miljard en werken er 45.000 mensen, waarvan honderd op de legal & compliance afdeling. De meesten zitten in Veldhoven, maar we hebben ook collega’s in de VS, Taiwan, Korea en China. Het is heel leuk om zo’n enorme groei mee te maken.

Toen ik hier begon als bedrijfsjurist deed ik veel verschillende dingen. Mededingingsrecht, IE, contracten. Juridische problemen werden op een reactieve manier opgelost. Dat was dynamisch, internationaal, erg leuk – maar je was wel alleen ‘brandweerman’.

Op dit moment ben ik Deputy General Counsel. Ik ben verantwoordelijk voor de teams rond de core legal expertise centra zoals contracting, dispute resolution, IT, competition & regulatory, product regulatory, cyber security en data & AI. Daarnaast rapporteren de heads of legal van de verschillende business lines aan mij. Zelf rapporteer ik weer aan de Chief Legal Officer.

Mijn rol is in de afgelopen jaren zeker veranderd. We zijn nu meer ‘legal business partner’. We zitten daadwerkelijk aan tafel bij de belangrijke managementteams. We worden niet langer gezien als de jurist bij wie je enkel terechtkunt met juridische probleem, maar we denken proactief mee over alle bedrijfsonderwerpen – dus ook zaken buiten het legal domein. Omdat ik een enorme passie heb voor technologie, ben ik bij ASML betrokken geraakt bij de Generative AI Board – die gaat over álle (generatieve) AI, niet alleen legal AI. Die rol is strategisch, niet juridisch. Daarnaast zit ik in het Corporate Crisis Team. Daar zit ik vanuit mijn juridische achtergrond maar fungeer ook daar als business partner die met een andere, meer holistische blik naar allerlei kwesties kijk. Dus afhankelijk van je skillset – je vermogen te coördineren, een antenne hebben voor compliance en risico’s, minder in de tunnel kijken en meer met een open mindset – en de wil van het bedrijf om dit te accommoderen, kun je als bedrijfsjurist alle kanten op. Het was overigens aanvankelijk niet gemakkelijk om als legal een vaste plek aan de managementtafels te krijgen, je werd in eerste instantie toch gezien als een ‘gewone jurist’. Onze Chief Legal Officer heeft zich daar echt hard voor gemaakt.

Inmiddels ben ik steeds meer ASML-adviseur en minder juridisch adviseur. Je hebt als legal exposure naar alle bedrijfsonderdelen, dus je kent de high profile issues en weet hoe het in het bedrijf werkt. Dan kun je ook niet-juridische suggesties doen. Je kunt inbrengen: ik weet dat er op die afdeling dit gebeurt, moet dat elders ook niet? Je knoopt bedrijfsinformatie aan elkaar, eigenlijk net als finance en HR doen. Aan de managementtafels is mijn juridische bril minder belangrijk, wel mijn juridische achtergrond.

Ik besef dat de rol die ik nu aanneem, die dus deels niet-juridisch is, niet vanzelfsprekend is voor veel juristen. Daarvoor moet je mensen ook opleiden, en je moet ze soms een zetje geven. Juristen kunnen door hun manier van denken – en niet alleen met hun specifieke expertise – waarde toevoegen bij strategische business issues. Maar zo’n rol moet je ook durven pakken: steek je vinger op en zorg dat je aan de juiste tafel komt te zitten.”

‘Rollen veranderen als je aan senioriteit wint’

Soroush Aazami (39)
Bedrijf: Signify
Functie: Head of Legal for the Conventional Division en Head of Integrity Investigations

“Dertien jaar geleden begon ik als bedrijfsjurist bij Philips. Ik kwam vers uit de collegebanken. In het begin deed ik financieel recht, ondernemingsrecht en M&A. Toen Philips zich opsplitste in lighting en healthcare, ben ik overgegaan op de verlichtingstak, Signify. Ik werkte eerst als bestuurssecretaris en sinds een aantal jaren ben ik verantwoordelijk voor een van onze divisies en houd ik mij bezig met integriteitsonderzoeken. Daarnaast heb ik een niet-juridische rol: ik zit ook bij de afdeling strategie en sustainability, als chief of staff.

Onze juridische afdeling telt zo’n 65 mensen, verspreid over de hele wereld. In onze markten doen ze doorgaans het commerciële juridische werk. Hier op het hoofdkantoor gaat het meer over compliance, antitrust, antibribery en corruption, privacy, maar natuurlijk ook corporate, financial en M&A.

Met een breed takenpakket komt ook een verscheidenheid aan rollen. Bij finance en corporate ben je bezig met het opzetten van structuren, en met governance. Collega’s in het buitenland, die het commerciële werk doen – denk aan overeenkomsten samenwerkingen –, moeten doorgaans met hoge snelheid opereren. Dat zijn de brandweermannen en -vrouwen. Zo’n functie moet ook bij je passen.

Bij ons krijg je als bedrijfsjurist uitgebreid de kans om te rouleren en ervaring op te doen in andere vakgebieden. Iemand in de compliance-hoek kan worden gevraagd mee te denken bij M&A of bij een groot commercieel project. Juristen behoren bij ons een brede blik te hebben, niet alleen binnen legal, ook daarbuiten – dat noemen we cross functional. Je krijgt dan de mogelijkheid om buiten het legal department rollen te vervullen. Mijn eigen rol bij strategie en duurzaamheid is geen juridische, meer een operationele. Zo krijg je als bedrijfsjurist echte meerwaarde omdat je een beter zicht krijgt hoe de onderneming werkt en welke mensen op welke positie zitten. Verschillende verantwoordelijkheden dwingen je ook te prioritiseren, een vaardigheid die vaak wordt onderschat.

In mijn juridische functies, bijvoorbeeld bij compliance, voel ik me strategisch meedenker of business partner. Daar heb ik een meer coördinerende rol. Als ik het meer commerciële werk doe, ben ik weer de brandweerman. Dan moet je snel aan de slag als klanten te laat betalen of wanneer er problemen zijn in een fabriek.

Bedrijfsjuristen worden soms gezien als ‘showstopper’, als nee-zegger. Maar dan moet je ook in de spiegel kijken en een moment van zelfreflectie hebben over hoe je je rol vervult. Met alleen een ‘nee’ help je de business niet vooruit. De showstopper is eigenlijk een karikatuur, hij moet risico’s goed inzichtelijk maken en een meedenker zijn.

Rollen veranderen ook als je aan senioriteit wint. Als je die ontwikkeling doormaakt en meer ervaring krijgt, word je ook creatiever in het verzinnen van oplossingen voor de business. En dat is uiteindelijk waar je je waarde toevoegt. Wel blijft je juridische basis extreem belangrijk.

In een groot bedrijf als Signify is het voor de juristen belangrijk dat mensen je weten te vinden. Je kan head of legal van een divisie zijn, maar als collega’s van andere afdelingen op hun eigen houtje dingen gaan doen en niet goed weten waar ze je moeten vinden, dan kan je nog zoveel ervaring hebben maar dan heb je daar niet veel aan. Je moet dus werken aan het opbouwen van goede relaties met de mensen in de organisatie. Je aanwezigheid als bedrijfsjurist moet bovenaan staan.”

‘Iedere jurist zou trusted advisor moeten zijn’

Naam: Geerte Hesen (42)
Bedrijf: Lumicks
Functie: General Counsel & Company Secretary en Chief of Staff

“Lumicks is een scale up actief in de life science tooling. We verkopen apparaten voor onder andere kankeronderzoek. Bij ons werken tegen de tweehonderd mensen, de meeste in Nederland, enkelen in de VS en China. De bedrijfsjuridische afdeling telt drie juristen en een stagiair.

Ik ben bij Lumicks verantwoordelijk voor alle ondersteunende functies, behalve finance. Als General Counsel en Chief of Staff ben ik lid van het managementteam. Daar is mijn rol veelzijdig: als trusted advisor en pragmatisch meedenker over de business en de strategie van het bedrijf. Iedere jurist zou trusted advisor moeten zijn. Niet strikt naar juridische teksten kijken, nodig is een bredere blik en voldoende feeling met de business en het bedrijf. Dan gaan rollen vanzelf door elkaar lopen – afhankelijk van wat er op je bord komt of waarvoor je wordt benaderd – maar dat is niet erg. Als jurist denk ik natuurlijk wel vanuit een risicoperspectief. Niet dat ik dan het wetboek naast me op tafel heb liggen, wel dat je als jurist goed bent in structureren en analyseren.

Bijvoorbeeld, vanuit de rol als adviseur van onze commerciële organisatie, moet je kritisch zijn op de algemene voorwaarden of bepalingen in een contract, en of je bepaalde aansprakelijkheden kunt accepteren. Dan zijn we ook wel eens de showstopper. De goedkeuring voor een deal moet ook van ons komen maar tegelijk probeer je pragmatisch mee te denken.

Bij deze commerciële werkzaamheden is vaak haast geboden. Juristen denken wel eens: waarom komt de afdeling sales niet eerder met die contracten? Het is daarom van belang een goede relatie met andere afdelingen op te bouwen en hen ook te begeleiden: hoe werken we het beste samen? Als jurist kun je in samenwerking met andere afdelingen de processen zo proberen in te richten dat die contracten eerder op je bureau liggen, wat je in de gelegenheid stelt eerder te adviseren en mee te denken. Dan word je vanzelf minder de ‘showstopper’.

Juristen zijn vaak mensen die verantwoordelijkheid nemen en die zorgen dat de dingen worden geregeld en op de juiste manier worden gedaan. Omdat andere afdelingen dat weten, wordt het juridische team vaak op allerlei onderwerpen bijgeschakeld, met name in de scale up omgeving. Zeker bij een brandje doen ze snel een beroep op je. We komen uit een fase van forse groei, waarbij we nu weer een nieuw evenwicht moeten vinden in een immer veranderende markt. Dat betekent: veel uitvinden, snelle stappen nemen en dus ook brandjes blussen en oplossingen bedenken.

Ik heb het wel altijd belangrijk gevonden dat juristen een open blik hebben en breder kijken dan puur het juridische. Zeker als je in house bent is het heel belangrijk om te begrijpen wat er speelt en welke risico’s van belang zijn voor de business die je adviseert, zodat je goed de belangen kunt afwegen, goed kunt adviseren en zo het bedrijf voorwaarts kunt helpen.

Kom je vers uit de collegebanken, dan kijk je waarschijnlijk meer naar de harde regeltjes van de wet of de tekst van een contract. Je krijgt pas een gevoel bij het bedrijf en de producten door met veel mensen van andere afdelingen te praten en dus niet alleen in je juridische team te blijven zitten. Zet die stap naar buiten, drink eens koffie met iemand van de techniek of van sales. Zo bouw je informele netwerken op in het bedrijf en weten andere jou juist sneller te vinden. Zien anderen je als showstopper of brandweerman, en je wilt een andere rol, dan moet je daar zelf actief aan werken. Door de jaren heen zie je dat juristen in house sowieso vaker worden gevraagd allrounder te zijn. Er zijn dan ook veel meer verschillende type juristen in house dan vroeger, in meerdere rollen. En de verwachtingen die anderen hebben van juristen zijn daardoor ook anders geworden.”

Gepubliceerd in: Mr. 6, december 2023.

Toeslagenambtenaar krijgt geen transitievergoeding, Staat betaalt toch uit

Een ambtenaar die betrokken was bij de toeslagenaffaire kan de beschuldigingen aan zijn adres niet meer aan. Hij neemt ontslag en wil van de Staat een beëindigingsvergoeding. Maar heeft de Staat naar hem wel verwijtbaar gehandeld?

© Michel Knapen

Het is 2013 wanneer, naar aanleiding van de ‘Bulgarenfraude’, de Wet Aanpak Fraude toeslagen en fiscaliteit in werking treedt. Daarvoor wordt het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF-team) opgericht. Simon Rouwert*, behandelfunctionaris bij de Belastingdienst MKB wordt aan dit team toegevoegd. Als controlespecialist onderzoekt hij de fiscale aangifte van een gastouderbureau. Dit onderzoek is uiteindelijk de aanleiding voor de toeslagenaffaire.

Die maakt ongekend veel los, zoals aangiften en klachten tegen individuele ambtenaren – ook tegen Rouwert. Als die inzage in die beschuldigingen vraagt, krijgt hij nul op rekest. Hij vindt dat de Staat hem ‘als een baksteen heeft laten vallen’. Hij verzoekt de kantonrechter (rechtbank Oost-Brabant) de arbeidsovereenkomst te ontbinden omdat de Staat ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door hem – hoewel hij zijn werk goed deed – niet te beschermen tegen de onterechte beschuldigingen. Hij behoorde als fraude-expert in een veilige omgeving te kunnen werken, maar werd juist door de Staat in de rug aangevallen, zegt hij, terwijl hij zich als individuele ambtenaar nooit kon verdedigen. Dat hij publiekelijk aan de schandpaal is genageld heeft geleid tot ernstige psychische klachten en reputatie- en gezondheidsschade. Het basale vertrouwen in zijn werkgever, die zelfs aangifte tegen hem deed, en in de overheid is ernstig geschokt.

De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek toe. Gelet op het grondrecht van arbeidskeuze dient een dergelijk verzoek door de werknemer in beginsel te worden gehonoreerd. Duidelijk is dat de verhoudingen tussen partijen ernstig verstoord zijn geraakt. Maar het gaat in deze zaak vooral om de financiële consequenties die Rouwert aan zijn verzoek stelt.

Zo wil hij een transitievergoeding en een billijke vergoeding. Daarvoor geldt wel een wettelijke eis: de werkgever moet ernstig verwijtbaar hebben gehandeld. Dat de Staat Rouwert niet of onvoldoende heeft beschermd, gaat de kantonrechter te ver. Er was wel publieke verontwaardiging over het CAF-team maar uit de stukken – ook Kamerstukken – blijkt niet dat wordt gesproken over individuele ambtenaren. Hoewel de communicatie van de staatssecretaris van Financiën de negatieve beeldvorming over het CAF-team niet heeft geholpen, is ook op meerdere momenten publiekelijk uitgesproken dat ambtenaren naar eer en geweten hebben gehandeld. Dat Rouwert meer steun had verwacht van de staatssecretaris, betekent niet dat de Staat ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

Ook vindt Rouwert dat de Staat tweeslachtig heeft gereageerd op de strafrechtelijke aangifte. Klopt, zegt de kantonrechter – maar ook dit betreft geen ernstig verwijtbaar handelen. De Staat heeft hem, vanuit zijn politieke verantwoordelijkheid en werkgeversverantwoordelijkheid zoveel mogelijk proberen te begeleiden en te ondersteunen. Vaak werd gezegd: je wordt niet ontslagen, en meer kan van een werkgever niet worden verwacht. Het grootste pijnpunt van Rouwert is dat hij het conceptadvies over de klachtenprocedure niet kon inzien, zodat hij zichzelf niet kon rehabiliteren. Ook dit volgt de kantonrechter (uitspraak 7 december 2023) niet: dit is slechts een aanname of gevoel, hoe vervelend dat ook is. Bovendien waren de klachten al ingetrokken. Ook hier treft de Staat geen blaam. Opgeteld: uit niets blijkt dat de Staat Rouwert niet of onvoldoende heeft beschermd tegen onterechte beschuldigingen. De Staat heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld. Hoewel de Staat dit niet verplicht was, krijgt Rouwert toch een transitievergoeding van € 55.505.

* De naam is gefingeerd.

Gepubliceerd in: Binnenlands Bestuur 24, 22 december 2023.