‘Coronamaatregelen rechtspraak zijn weinig gedurfd’

Veel vaker een enkelvoudige kamer bij een strafzitting, avondopenstellingen, gepensioneerde rechters inschakelen en meer strafbeschikkingen. Met die maatregelen proberen de rechtspraak en het OM de corona-achterstanden in te halen. Je moet wát, zeggen spelers uit het veld. Maar de handen gaan niet echt op elkaar. ‘Van veel durf en doorzettingsvermogen is geen sprake.’

© Michel Knapen

Zo heeft de Nederlandse Orde van Advocaten er ‘begrip’ voor dat het kabinet de achterstanden in de strafrechtketen wegens de coronabeperkingen wil aanpakken. Maar daarmee lijkt het goede nieuws al te zijn verteld. Even gereserveerd is de Nederlandse Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten. Voorzitter Joren Veldheer benadrukt dat deze oplossingen niet ten koste mogen gaan van de rechten van verdachten. ‘Daarom is maatwerk en communicatie met alle procespartijen, dus ook de advocatuur, cruciaal voor het slagen van de plannen.’
Veldheer vindt dat advocaten in een vroeg stadium moeten worden betrokken bij de vraag of een strafzaak zich leent voor enkelvoudige afdoening in plaats van meervoudig. ‘Er zijn immers genoeg redenen waarom een zaak zich daar niet voor leent, bijvoorbeeld als deze juridisch complex is. Daarnaast hebben wij principiële bezwaren tegen het in eerste aanleg én hoger beroep standaard enkelvoudig afdoen van strafzaken die normaal gesproken meervoudig zouden worden behandeld. Die zaken zouden immers niet voor niets oorspronkelijk door drie rechters worden behandeld. Daarvoor is per zaak overleg met de advocaat noodzakelijk, overigens ook voor het plannen van avondzittingen.’
Het afschalen van zaken naar een enkelvoudige zitting heeft ook negatieve financiële gevolgen voor de strafrechtadvocatuur, aldus Veldheer. ‘Die moeten hoe dan ook worden gecompenseerd door het ministerie. De tijd die aan de voorbereiding van de zaak zal moeten worden besteed is immers niet anders nu de zaak voor de enkelvoudige rechter zal worden behandeld, terwijl de advocaat daardoor wel minder krijgt betaald op basis van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand.’

Strafbeschikkingen
Joep Lindeman, universitair hoofddocent straf(proces)recht aan de Universiteit Utrecht kan zich niet vinden in het plan meer zaken af te doen met strafbeschikkingen. ‘Daarmee span je het paard vooral achter de wagen’, zegt hij. ‘Ondanks alle inspanningen van het OM werkt dit systeem nog niet goed genoeg.’ Volgens Lindeman zijn er andere manieren die óók tot minder rechterlijke bemoeienis zal leiden. ‘Iedereen kent de voorbeelden van apert onredelijke beslissingen, onnavolgbare correspondentie en Oost-Indisch dove OM-medewerkers. Het gevolg: onnodige procedures, waarin de officier dan een lagere straf, geen straf of zelfs vrijspraak eist.’
Ook ziet Lindeman dat vaak verzet wordt ingesteld of dat de executie van geldboetes mislukt. Om die redenen, rekent hij voor, moesten in 2019 bijna 40 duizend strafzaken alsnog naar de rechter: 7.500 misdrijven en 31.000 overtredingen. ‘Let wel: dat was ná het sepot van al 40 procent van die zogenoemde herinstroom. Dat betrof veelal mislukte executies en na al die tijd werd het belang van de zaak te gering geacht.’

Andere oplossingen
Lindeman, die drie jaar geleden promoveerde op Officieren van justitie in de 21e eeuw, ziet andere oplossingen die ertoe leiden dat de rechter het minder druk krijgt. Zo dient de acceptatiegraad van de strafbeschikkingen te worden verhoogd, en daarmee de betalingsbereidheid. Ook moet het executietraject worden verbeterd. En gezien de vele sepots achteraf zou het opportuniteitsbeginsel aan de voorkant kritischer moeten toe worden toegepast. En: ‘De wetgever zou moeten overwegen om voorwaardelijke strafbeschikkingen mogelijk te maken – iets waar het OM overigens al tijden om vraagt en wat met name bij de ontzegging van de rijbevoegdheid veel zal uitmaken.’
Ook vraagt Lindeman zich af of het niet eens tijd wordt voor een decriminaliserings-ronde. ‘De strafrechtketen slibt dicht met flauwekulzaken, zoals over het verkeerd aanbieden van huisvuil of tieners die een kwartier na sluitingstijd nog op een speelpleintje hangen. Ironisch genoeg is de coronacrisis – met de onbeholpen en ogenschijnlijk willekeurige strafrechtelijke handhaving van regels die bijna niemand begrijpt – een uitstekend voorbeeld: tienduizenden op voorhand al discutabele zaken erbij.’
Veldheer (NVJSA) is ook kritisch over het afdoen van strafzaken via strafbeschikkingen. Hij vindt dat verdachten hoe dan ook moeten worden gehoord vóórdat een strafbeschikking wordt opgelegd én dat voor deze zaken adequate rechtsbijstand moet worden geregeld. ‘Niet kan worden volstaan met een boete op de deurmat, terwijl deze zaken onder ‘normale omstandigheden’ zouden zijn behandeld door de rechter.’

Vinger aan de pols
De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak heeft ‘waardering’ voor de plannen van het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak, zo laat de NVvR weten in een verklaring op haar website. Deze week organiseert de vereniging van rechters en officieren van justitie een speciale online werkconferentie met haar leden over de positie waarin de rechtspleging zich nu bevindt en hoe ze verder kunnen.
‘De rechtspleging staat al langer onder druk. Het moet ook nu voor onze mensen werkbaar en mogelijk blijven om de kwaliteit te leveren waar de burger recht op heeft. Dat is voor ons een voorwaarde. Daarbij is het van groot belang dat de magistraat in iedere individuele zaak maatwerk kan blijven leveren. Die professionele ruimte moeten magistraten kunnen nemen en daarvoor moet de organisatie voldoende ruimte bieden.’ Heel gerust op de plannen van de rechtspraak lijkt de NVvR niet te zijn: ‘Als vakvereniging houdt de NVvR de vinger aan de pols als het gaat over de uitvoerbaarheid en de effecten van deze plannen in de praktijk.’

Gepensioneerde rechters
Een ander voorstel van de rechtspraak: gepensioneerde rechters inschakelen om de corona-achterstanden weg te werken. Het principe dat rechters hun werk na hun 70e niet meer kunnen en mogen doen, wordt daarmee dus losgelaten. ‘Eindelijk’, zegt Willem Korthals Altes, tot 1 januari 2020 seniorrechter rechtbank Amsterdam. ‘Daar heb ik in mijn inmiddels drie jaar durende strijd lang gehoopt.’
Hij noemt het ‘wonderlijk’ dat deze stap niet veel eerder is genomen. ‘In november 2019 – dus lang voor de corona-invasie – kondigde de Raad voor de rechtspraak al met veel tamtam aan dat pensionado’s voor het wegwerken van achterstallige zaken zouden worden opgeroepen. Jammer is ook dat wordt voorgesteld de regeling een tijdelijk karakter te geven. Van veel durf en doorzettingsvermogen is dus geen sprake.’

Geest is uit de fles
Maar, zegt Korthals Altes: de geest is uit de fles en het zal moeite kosten hem er weer in te krijgen. ‘Want men zal inzien dat 70-plusrechters een nuttige en noodzakelijke bijdrage aan de rechtspraak kunnen leveren.’ Hij heeft zich dan ook meteen aangemeld. ‘Ik ga na zes maanden gedwongen rust graag weer aan de slag. Ik ben benieuwd hoeveel van mijn tijdgenoten mij daarin zullen volgen. Op de lijst van in aanmerking komende ex-rechters staan, zo heb ik begrepen, ongeveer honderd namen. Van hen zijn velen vast doelbewust met pensioen gegaan, en lang niet iedereen heeft ervaring in het strafrecht. Het is een begin – ik zie nieuwsgierig naar het vervolg uit.’

Gepubliceerd op: mr-online.nl, 30 juni 2020.